-
1 bare
adj. (ont)bloot, kaal; minimaal; leeg--------v. ontbloten, bekend makenbare1[ beə] 〈bijvoeglijk naamwoord; barer; bareness〉1 naakt4 schaars ⇒ schraal, krap♦voorbeelden:in his bare skin • in zijn blootjelay bare • blootleggenbare of something • zonder ietsthe bare thought! • de gedachte alleen al!————————bare2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 bare one's soul
-
3 vent
n. (lucht)opening, (ventilatie)gat--------v. vrij uitspreken, woede lossenvent1[ vent]1 (lucht)opening ⇒ (ventilatie)gat, luchtgat♦voorbeelden:————————vent2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 vent something on someone/something • iets afreageren op iemand/ietsvent one's fury on • zijn woede koelen op
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский